De gestelde natuur- en klimaatdoelen die het demissionaire kabinet heeft gesteld in het programma voor het landelijk gebied (NPLG) zijn met de huidige aanpak niet binnen tien jaar te halen. Met een betere afstemming en andere instrumenten, zoals een verbeterd mechanisme om gronden af te waarderen en om te zetten, zijn evenwel verdere stappen te zetten.
Dit stellen vier onderzoeksinstellingen - PBL, RIVM, WUR en Deltares - in een analyse vooraf (ex ante analyse) van deze plannen. De onderzoekers van genoemde instituten hebben voor hun studie niet alleen gekeken naar het geplande kabinetsbeleid, maar ook naar de plannen en budgetten van de provincies.
Onontkoombaarheid
Ze hebben niet onderzocht of het ook anders kon. De uitgangspunten van het kabinet zijn beschouwd als een gegeven. "In deze ex ante analyse van het NPLG nemen we de 'kerndoelen' als uitgangspunt zoals die geformuleerd waren ten tijde van het indienen van de PPLG's rond 1 juli 2023", zo wordt vermeld. Van die doelen mocht en mag niet worden afgeweken. "Het begrip 'onontkoombaarheid' speelt in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) een centrale rol."
In de studie worden niet alleen conclusies getrokken over de verwachte effectiviteit van de huidige aanpak, er worden ook suggesties gedaan over hoe de herinrichting van het landelijk gebied beter en sneller zou kunnen verlopen.
Meer samenwerking
Bestuurlijk gezien is het volgens de instituten goed als de provincies allemaal dezelfde aanpak zouden kiezen en ook hun inzet van gelden zouden afstemmen. Nu heeft de ene provincies veel geld gereserveerd voor het eigen programma landelijk gebied (PPLG) en de andere heel weinig. Daarnaast zouden de provincies kunnen kiezen voor een meer gefaseerde uitvoering van het beleid.
Onteigening
Naast een bestuurlijke verbeterslag is ook een verbeterd instrumentarium nodig. De belangrijkste aanpassing daarvoor is volgens de instituten een betere, soepeler en mogelijk ook goedkopere methode om agrarische grond af te waarderen. Als optie zou op provinciaal niveau toch ook opnieuw gekeken kunnen worden naar de mogelijkheid van onteigening.